Türkiye heeft een verklaring ingediend bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) waarin de verplichtingen van Israël met betrekking tot de activiteiten van de Verenigde Naties (VN) en VN-agentschappen in de bezette Palestijnse gebieden worden uiteengezet.
Volgens bronnen van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken wordt verwacht dat Türkiye een schriftelijke verklaring zal indienen als reactie op het verzoek van de Algemene Vergadering van de VN op 19 december 2024 om een advies van het ICJ over "de verplichtingen van Israël met betrekking tot de aanwezigheid en activiteiten van de Verenigde Naties, andere internationale organisaties en derde staten."
Bronnen gaven aan dat de schriftelijke verklaring donderdag via de Turkse ambassade in Den Haag zal worden ingediend.
De bronnen merkten op dat Türkiye mede-initiatiefnemer was van deze resolutie van de Algemene Vergadering van de VN, die werd geïnitieerd door Noorwegen, en dat de deadline voor het indienen van schriftelijke verklaringen bij het ICJ 28 februari is.
De schriftelijke verklaring van Türkiye benadrukt drie kernpunten: de verantwoordelijkheden van VN-lidstaten, de privileges en immuniteiten van de VN, en de verplichtingen van Israël in de bezette Palestijnse gebieden.
De verklaring wijst erop dat de verantwoordelijkheden van lidstaten zijn vastgelegd in het VN-Handvest, dat vereist dat zij internationale geschillen vreedzaam oplossen en zich onthouden van het dreigen met of gebruiken van geweld tegen andere staten. Ook wordt opgemerkt dat lidstaten verplicht zijn bindende resoluties van de VN-Veiligheidsraad uit te voeren en samen te werken met de VN bij het handhaven van internationale vrede en veiligheid.
Met betrekking tot VN-immuniteiten legt de verklaring uit dat deze verwijzen naar juridische bescherming die wordt verleend aan VN-organisaties, faciliteiten, activa en personeel onder internationaal recht. Deze bescherming is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze instanties onafhankelijk, onpartijdig en effectief kunnen functioneren zonder inmenging van gastlanden of andere externe entiteiten. Deze immuniteiten zijn voornamelijk vastgelegd in het Verdrag inzake de Privileges en Immuniteiten van de Verenigde Naties uit 1946, waarbij Israël partij is, en andere relevante overeenkomsten.
Over de verplichtingen van Israël in de bezette Palestijnse gebieden benadrukt de verklaring dat deze omvatten het respecteren van de aanwezigheid en activiteiten van de VN, internationale organisaties en derde staten die humanitaire en ontwikkelingshulp bieden.
De verklaring gaat ook in op de juridische basis voor de activiteiten van de United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), die actief is in de bezette Palestijnse gebieden. Het argument is dat de beslissing van het Israëlische parlement om de activiteiten van UNRWA te verbieden juridisch niet geldig is.
De bronnen verklaarden dat Türkiye in zijn verklaring benadrukt dat het aanhoudende falen van Israël om zijn verplichtingen onder internationaal recht na te komen een schending vormt. Het belemmeren van humanitaire hulp, het aanvallen van VN-faciliteiten en het lastigvallen van internationaal personeel ondermijnen de fundamenten van de internationale rechtsorde.
"Met deze schriftelijke verklaring verzoekt Türkiye het ICJ formeel om een advies uit te brengen waarin de verplichtingen van Israël onder internationaal recht worden bevestigd en het belang wordt benadrukt van het respecteren van de aanwezigheid en activiteiten van de VN, andere internationale organisaties en derde staten in de bezette Palestijnse gebieden," aldus de bronnen.