Dit plan richt zich op een gebied van meer dan 40 duizend hectare onbebouwd land. Het grootste deel van dit gebied zal worden herbestemd: de helft voor landbouw en de helft voor bos of natuurbehoud, terwijl slechts een derde zal worden aangewezen voor woningbouw.
Volgens Vlaams minister van Leefmilieu Jo Brouns van cd&v is dit “de eerste keer sinds 1997” dat zo'n grote ruimtelijke herbestemming wordt voorgesteld. “Wettelijk gezien kan deze ruimte vandaag nog verhard worden”, zegt Brouns.
"Maar we kiezen ervoor om dat niet te doen. We willen onze schaarse open ruimte zoveel mogelijk behouden. Geen bijkomend landgebruik meer."
Er zullen studies worden opgestart om te bepalen welke gebieden het meest geschikt zijn voor landbouw of natuurbehoud. Er is ook geld gereserveerd voor compensatie voor landeigenaren.
Betonstop hernieuwd
"Vrijheid en geluk" is al bijna een eeuw het motto bij de bouw. Dit resulteerde in de bebouwing van een derde van de totale oppervlakte van Vlaanderen. Deze uitzonderlijk hoge landoppervlakte is echter versnipperd en kost al veel langer een fortuin.
De VOKA schat de financiële schade van deze verrommeling door files op maar liefst 400 mln. euro per jaar. Dit bedrag zal nu waarschijnlijk aanzienlijk hoger liggen. Onze files worden vooral bevolkt door mensen die zich van hun huis in het groen naar de stad haasten.
Uit de laatste cijfers blijkt dat het grondoppervlak blijft groeien, maar minder snel dan vroeger. Toch is de verschuiving in de bouw, of het vroegere beton, bevestigd door de Vlaamse regering. Tegen 2040 mogen nieuwe woningen of bedrijven geen extra open ruimte meer innemen.
Deze verschuiving in de bouwplanning leidt tot bezorgdheid, aangezien de huizenprijzen al jaren voortdurend stijgen. Daarom mikt het Ruimtelijk Beleidsplan Vlaanderen op 450.000 nieuwe woningen of appartementen tegen 2050. Dit zal vooral bereikt worden door “slimme verdichting”, zoals woningen bovenop winkelgebouwen. Dit moet uiteindelijk resulteren in “compacte dorpen en steden”.
Open ruimtes
Volgens het onderzoekscentrum VITO ligt de helft van alle Vlaamse landbouwgrond op amper 200 meter van bos, water of heide. De bittere territoriale strijd tussen landbouw en natuur is het bekendste voorbeeld van de prijs die Vlaanderen betaalt voor al zijn bebouwing. Een permanente botsing is dan ook bijna onvermijdelijk en draagt bij tot de stikstofcrisis.
Het Ruimtelijk Beleidsplan Vlaanderen stelt enerzijds “sterke landbouwgebieden voor met voldoende aaneengesloten landbouwgronden om onze voedselproductie veilig te stellen”. Anderzijds zijn “grotere, robuuste natuurgebieden met bossen, waterrijke gebieden en natuurlijke corridors” nodig om de Vlaamse natuur vooruit te helpen.
Brouns is zeker niet de eerste minister die orde uit chaos belooft. Opeenvolgende ministers doen dat al tientallen jaren, met in het beste geval beperkt succes. De bouwverschuiving botst vaak op tegenstrijdige belangen en een gebrek aan maatschappelijk draagvlak. De liefde van de Vlamingen voor hun huis in de natuur is door de jaren heen bijzonder sterk geworden.