De Belgische staat is officieel gedagvaard voor de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel wegens vermeende nalatigheid in het voorkomen van genocide in de Gazastrook. De zaak, aangespannen via een spoedprocedure (kortgeding), werd ingediend door de actiegroep Droit Pour Gaza/Recht Voor Gaza, een collectief van Belgische advocaten, academici, mensenrechtenorganisaties en leden van de Palestijnse diaspora.
De eisers stellen dat België zijn verplichtingen onder het VN-genocideverdrag niet naleeft. Ze argumenteren dat de staat wettelijk verplicht is om actie te ondernemen wanneer er een reëel risico op genocide bestaat, zoals volgens hen momenteel het geval is in Gaza. Op 7 juli werd een formele ingebrekestelling verstuurd naar premier Bart De Wever (N-VA), minister van Buitenlandse Zaken Maxime Prévot (Les Engagés), minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) en minister van Mobiliteit Jean-Luc Crucke (Les Engagés). Omdat een officiële reactie uitbleef, werd de zaak doorgezet.
Concrete eisen en internationale kritiek
De groep vraagt onder meer dat België:
zijn luchtruim, territoriale wateren en landgrenzen sluit voor wapentransporten naar Israël,
de handel met illegale Israëlische nederzettingen verbiedt,
financiële tegoeden bevriest van Israëlische functionarissen betrokken bij het conflict, en
zich inzet voor de opschorting van het EU-Israël Associatieakkoord, dat de vrijhandel regelt.
“Net als alle verdragspartijen heeft België de juridische plicht om genocide te voorkomen en te stoppen, met alle wettige middelen die ter beschikking staan,” aldus het collectief in een verklaring aan BRUZZ.
Premier De Wever liet via zijn kabinet weten dat “een gepaste reactie zal volgen.” Minister Prévot uitte echter kritiek op de gerechtelijke stappen. Hij noemde het “onterecht” om te beweren dat België niets onderneemt, en waarschuwde dat dergelijke procedures het functioneren van de rechtsstaat kunnen hinderen.
Koning Philippe: ‘De situatie in Gaza is een schande voor de mensheid’
De aanklacht komt kort na de toespraak van koning Philippe op de vooravond van de Belgische nationale feestdag. In een zeldzaam krachtig statement noemde de koning de situatie in Gaza een “schande voor de mensheid” en riep hij op tot meer Europese daadkracht en internationale rechtsorde.
“Wanneer het internationaal recht wordt vertrapt, lijdt de hele wereld,” aldus de koning. Hij benadrukte dat Europa zijn rol als bastion van mensenrechten en rechtvaardigheid moet versterken en trouw moet blijven aan zijn kernwaarden.
Koning Philippe verwees ook naar een ontmoeting met twee vaders – een Palestijn en een Israëli – die elk een kind verloren in het conflict. Hun gezamenlijke boodschap van verzoening raakte hem diep: “Zij herinneren ons eraan dat, los van de politieke dimensie, het altijd om menselijke waardigheid draait.”
Ook ontmoetten de koning en koningin recent vertegenwoordigers van hulporganisaties die actief zijn in Gaza. De koning schaarde zich achter hun oproep en verklaarde: “De situatie duurt al veel te lang. We steunen de oproep van de VN-secretaris-generaal voor een onmiddellijk einde aan deze ondraaglijke crisis.”
Escalerend geweld en journalistiek in gevaar
De rechtszaak vindt plaats tegen een achtergrond van toenemend geweld in Gaza. In Deir al-Balah is een nieuwe grondoffensief gestart door het Israëlische leger. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) meldt dat hun hoofdmagazijn en personeelsverblijf meermalen zijn aangevallen. Enkele medewerkers en familieleden zijn naar verluidt gearresteerd en mishandeld; één WHO-medewerker wordt nog steeds vastgehouden.
Het Franse persagentschap AFP heeft eveneens alarm geslagen. De negen medewerkers van AFP die nog verslag uitbrengen in Gaza – waaronder een verslaggever, drie fotografen en zes cameramensen – zouden volgens de organisatie gevaar lopen om van honger om te komen. “De internationale pers wordt al bijna twee jaar geweerd. Dit zijn de enigen die de wereld nog informeren over wat daar gebeurt,” aldus AFP in een verklaring.
“Sinds onze oprichting in 1944 zijn collega’s omgekomen door oorlog, verwondingen of gevangenschap,” stelt het persagentschap. “Maar niemand van ons herinnert zich dat een medewerker de hongerdood stierf. Dit mag niet gebeuren.”