Volgens een artikel in de Volkskrant zou de Nederlandse politie in het geheim gebruik hebben gemaakt van op kunstmatige intelligentie (AI) gebaseerde data-analysesoftware, wat jarenlang verborgen is gebleven. Dit programma zou van 2012 tot ten minste 2019 daders hebben opgespoord.
Het gebruik van de software, die door de regering-Trump werd gebruikt om illegale migranten op te sporen en door het Israëlische leger om doelwitten te selecteren, werd jarenlang geheim gehouden in Nederland en de autoriteiten weigerden commentaar te geven of informatie te verstrekken over deze kwestie.
Palantir vergelijkt enorme hoeveelheden gegevens en vindt mogelijke verdachten door middel van patroonherkenning. Volgens een mensenrechtenorganisatie uit 2020 en een recent rapport van Amnesty International gebruikt de Verenigde Staten deze software bijvoorbeeld om migranten op te sporen.
Veranderende posities
In 2023 heeft een Duitse rechtbank het gebruik van Palantir door de Duitse politie onwettig verklaard vanwege het ontbreken van expliciete wettelijke bepalingen over het gebruik van de software.
De rechtbank oordeelde onder meer dat burgers onvoldoende zeggenschap hadden over het lot van hun persoonsgegevens. Van Weel beweert dat Palantir uitsluitend door de Nederlandse politie in de Raffinaderij wordt gebruikt. Volgens Van Weel wordt Palantir niet gebruikt door het NCTV.
Palantir-software wordt door de politie gebruikt om aanslagen te voorkomen en georganiseerde en zware criminaliteit te bestrijden. Dat heeft minister van Justitie en Veiligheid David van Weel in een brief aan het parlement laten weten.
Volgens de waarnemend minister wordt de software door de Nederlandse politie gebruikt om grote hoeveelheden gegevens uit verschillende bronnen te combineren. “Deze gegevensintegratie biedt een overzicht en informatie die kan worden gebruikt om complexe problemen aan te pakken.”
Verborgen waarheid
De Nederlandse regering heeft jarenlang informatie achtergehouden over het gebruik en de omvang van Palantir. Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur hebben onderzoekers de regering om informatie gevraagd, maar de regering heeft dit consequent geweigerd. Volgens de Volkskrant was 99 procent van de documenten zwart gemaakt voordat de politie ze na een rechtszaak vrijgaf.
Volgens de krant blijkt uit deze documenten wel dat de politie sinds 2011 veel contracten met Palantir heeft gesloten. Dick Schoof, de vertrekkende minister van Binnenlandse Zaken, was destijds als directeur-generaal van de politie betrokken bij de aankoop van de software.