Al jaren ligt de economische invloed van Washington in Afrika stil. Sancties, lage beleidsprioriteiten, selectieve toenadering en veranderende investeringsvolumes hebben er samen voor gezorgd dat de Verenigde Staten weinig financiële invloed hebben in de regio.
Daarom moet men geen wonderen verwachten van het bezoek dat de Amerikaanse president Joe Biden op het laatste moment brengt aan Angola, zijn eerste bezoek aan Afrika sinds het begin van zijn ambtstermijn in 2021.
De timing van het bezoek zendt een opvallende boodschap uit over de prioriteiten van de VS: Biden wordt het eerste Amerikaanse staatshoofd dat Afrika ten zuiden van de Sahara bezoekt in bijna tien jaar. "Het bezoek van de president aan Luanda ... onderstreept de voortdurende toewijding van de Verenigde Staten aan Afrikaanse partners, en laat zien hoe samenwerking om gedeelde uitdagingen op te lossen voordelen oplevert voor zowel de mensen in de Verenigde Staten als op het hele Afrikaanse continent," aldus een verklaring van het Witte Huis voorafgaand aan het bezoek.
Een van de doelen van Biden's reis is om te proberen de groeiende economische invloed van China in Angola en elders in de wereld in te dammen. Maar de aanzienlijke Chinese investeringen en het diverse ontwikkelingsaanbod suggereren dat Washington die kans jaren geleden al heeft laten liggen.
Beide landen wedijveren om toegang tot Afrika's voorraad van zeldzame aardmineralen. China in het bijzonder is ook geïnteresseerd in het gebruik van Afrika's commerciële markten en havens, terwijl Washington's doelen in de regio bestaan uit het voorkomen van democratische terugval en het onderhouden van een netwerk van “gelijkgestemde” militaire en handelspartnerschappen.
Washington heeft steeds moeite gehad met het bevorderen van multisectorale investeringen in Afrika. Van industrie en landbouw tot groene investeringen en de financiering van energie, China blijft prioriteit geven aan sectoren die centraal staan in de toekomstige ontwikkelingsbehoeften van Afrika. Platformen zoals het Forum voor Chinees-Afrikaanse Samenwerking (FOCAC) hebben een belangrijke rol gespeeld bij het afstemmen van de ontwikkelingssteun van China op de financieringsbehoeften van Afrika, waardoor Peking zich kan profileren als voorvechter van de modernisering van Afrika.
Dit is waar de economische invloed van de regering Biden tekortschoot. Op het gebied van energie werden miljoenen toegezegd voor toegang tot duurzame energie in Afrika. Maar het investeringsvolume verbleekte in vergelijking met de groeiende vraag naar investeringen in energie op het continent. Aan de andere kant heeft China miljarden geïnvesteerd in groene energieprojecten en ziet het gunstige leningen als een manier om de groei van Afrika op de korte termijn te bevorderen. Terwijl Washington al jaren alarm slaat over de Chinese schulden en leningen, worstelt het met het opvoeren van de buitenlandse investeringsstromen naar Afrikaanse economieën die onder schulden gebukt gaan waardoor ze verder in de richting van de Chinese invloedssfeer geduwd worden.
Politieke onzekerheid heeft daadwerkelijke concurrentie met China verder beperkt. Biden bezoekt Angola slechts zo'n 40 dagen voor de verkiezingen en de kans is reëel dat de voormalige Amerikaanse president Donald Trump in november weer aan de macht komt. Indien dit gebeurt, zou Biden mogelijk niet in staat kunnen zijn om de kern van zijn Afrika-beleid waar te maken: $55 miljard aan multisectorale investeringen tegen 2025. Ongeveer 44 miljard daarvan is tot nu toe reeds geïnvesteerd.
Trump weigerde Afrika te bezoeken tijdens zijn ambtstermijn in 2016 en heeft de financiering van schone energie en diplomatieke toenadering tot Afrika consequent gebagatelliseerd. Zijn boodschap aan Afrika is duidelijk: het is geen prioriteit van het buitenlands beleid. China's economische invloed is ondertussen vrij van dergelijke beperkingen. Tijdens de top van FOCAC-leiders in Beijing deze maand heeft de Chinese president Xi Jinping bijna 51 miljard dollar aan financiering voor Afrika toegezegd in de komende drie jaar, terwijl een consistent handelsbeleid ervoor zorgt dat China de belangrijkste handelspartner van Afrika ten zuiden van de Sahara blijft.
Door zijn veelvuldige contacten met 53 Afrikaanse landen is China ook beter in staat om belangrijke beleidsdoelstellingen te verwezenlijken, zoals het creëren van een miljoen nieuwe banen op het continent. Gezien de enorme omvang van de economische betrokkenheid van Afrika bij China, moet Biden afstappen van de veronderstelling dat het fundamentele doel van Beijing in die regio is om "de betrekkingen van de VS met Afrikaanse volken en regeringen te verzwakken".
Dit perspectief weerspiegelt een verlangen om te reageren op China's groeiende invloed in Afrika, in plaats van de relatie tussen de VS en Afrika op zijn eigen verdiensten te beoordelen.
Biden's beslissing om Luanda te bezoeken is een berekende zet. Angola is een centraal onderdeel van de Lobito Corridor, een handelsmerk van het door de VS gesteunde Partnership for Global Infrastructure and Investment (PGII) initiatief. De corridor heeft als doel de spoorwegverbinding tussen de haven van Lobito in Angola, de Democratische Republiek Congo (DRC) en Zambia te verbeteren en wordt gezien als een tegenwicht voor China's Belt and Road Initiative (BRI) in Afrika.
De inperking van BRI heeft echter niet veel opgeleverd. Ten eerste is Biden steeds selectiever geweest over welke landen bij het PGII betrokken moeten worden. Zijn regering heeft prioriteit gegeven aan overleg met enkel Angola, de Democratische Republiek Congo, Tanzania en Zambia, terwijl er 52 Afrikaanse landen actief betrokken zijn bij het BRI.
Om de regionale aantrekkingskracht van PGII te vergroten, moet Biden ook de Afrikaanse bedenkingen omtrent westerse acties aanpakken. Dit omvat eisen om “langdurige sancties” tegen Eritrea, Zuid-Soedan, Soedan en Zimbabwe op te heffen in een poging om hun sociale ontwikkeling te bevorderen. Het zou logisch zijn geweest indien Biden zijn eerste reis naar Afrika had toegespitst op landen die zich buitengesloten voelen door de ontwikkelingsprioriteiten van de VS. Een concreet standpunt tegen controversiële sancties is ook cruciaal om meer vertrouwen te winnen bij de staten van de Afrikaanse Unie (AU) en hen ervan te verzekeren dat de VS ernstig zijn wat betreft het aanpakken van gedeelde uitdagingen "over het hele Afrikaanse continent.
De AU speelt een cruciale rol bij het vormgeven van de ontwikkelingsprioriteiten en de vooruitzichten voor economische integratie in de gehele regio. Washington is ook afhankelijk van de AU om de samenwerking tussen de VS en Afrika te verdiepen op vlak van economie, voedselzekerheid, gezondheid, klimaat en goed bestuur.
De tweede beperking voor PGII zijn transcontinentale connectiviteit en energie-infrastructuur. Beide kunnen niet afzonderlijk slagen. Washington moet de minst ontwikkelde Afrikaanse staten centraal stellen in de regionale energie- en wereldhandelsagenda van PGII. Hoewel de Lobito-corridor internationale handel en toegang tot mineralen via de haven van Angola beoogt, biedt deze slechts beperkt nut voor andere Afrikaanse staten buiten de kritieke toeleveringsketen voor mineralen.
Dit markeert een strategische zwakte voor PGII, aangezien transportconnectiviteit nog steeds voor het overgrote deel gericht is op toegang tot kritieke mineralen in Afrika. Tenzij Washington besluit om de concurrentie met het BRI uit te breiden door middel van hogesnelheidsspoorlijnen, havenontwikkeling, multimodale transportnetwerken en infrastructuur voor energieopwekking, zal het moeilijk worden om de economische invloed in zijn voordeel te veranderen en een groot aantal strategische partners van China onder zijn eigen invloed te brengen.
Gezien de beperkingen van de multisectorale investeringen en infrastructuuraanbiedingen van de VS in Afrika, zal het bezoek van Biden aan Angola waarschijnlijk geen invloed hebben op de uitbreiding van de Chinese invloed. Het is simpelweg de vervulling van een langverwachte belofte om een bezoek te brengen aan de grondstofrijke staat, waarbij ontwikkelingssamenwerking nog steeds beperkt blijft tot een handvol Afrikaanse landen.