De regionale luchthaven van Deurne, Antwerp Airport, bevindt zich in een steeds zorgwekkender financiële situatie. Uit de recent gepubliceerde jaarrekening van uitbater LEM Antwerpen blijkt dat het nettoverlies in 2024 is opgelopen tot 658.000 euro, tegenover 81.000 euro het jaar ervoor. Het gecumuleerd overgedragen verlies bedraagt inmiddels 2,3 miljoen euro. Daarmee is de luchthaven structureel verlieslatend en toenemend afhankelijk van overheidssubsidies en haar Franse aandeelhouder Egis.
Volgens luchtvaarteconoom Wouter Dewulf (Universiteit Antwerpen) wijst de toename op een achteruitgang van de operationele prestaties of onverwachte externe schokken. Zo legde luchtvaartmaatschappij TUI Fly — goed voor zo’n 60% van de omzet — een deel van haar activiteiten stil wegens problemen met wisselstukken. Daarnaast werden extra kosten gemaakt om een nieuwe milieuvergunning te verkrijgen. Die vergunning werd recent toegekend, maar staat opnieuw onder juridische druk door lopende beroepen.
Hoewel de omzet van de luchthaven stabiel bleef, dook de bedrijfswinst (EBIT) vorig jaar bijna 900.000 euro in het rood — bijna drie keer zoveel als in 2023. Een aantal kosten, waaronder de kosten voor de milieuvergunning, werden geactiveerd en gespreid over de looptijd van de concessie (15 jaar). “Dat is op zich niet onlogisch,” aldus Dewulf, “maar zonder die boekhoudkundige ingreep was het resultaat nog slechter geweest.”
Schuldenberg en liquiditeitsdruk
Ondanks 2,16 miljoen euro aan kapitaalsubsidies, bedraagt het eigen vermogen van de luchthaven momenteel -55.000 euro. De totale schulden zijn opgelopen tot 9,9 miljoen euro, waarvan 8,9 miljoen op korte termijn. Daartegenover staat slechts een miljoen euro in cash en 3,9 miljoen euro aan vorderingen. “De liquiditeitsdruk is zeer hoog,” waarschuwt Dewulf. “Als dat bedrag aan vorderingen niet binnenkomt, dreigt een ernstig probleem.”
Daarbovenop moet de luchthaven nog een schadevergoeding van 1,35 miljoen euro betalen aan waterbedrijf Waterlink wegens het ontbreken van een gescheiden rioleringssysteem.
Steun essentieel voor voortbestaan
Uit de jaarrekening blijkt dat de luchthaven zich enkel staande weet te houden dankzij substantiële steun van overheidswege en aandeelhouder Egis. In 2024 bedroegen de exploitatiesubsidies van de Vlaamse overheid 5,4 miljoen euro, aangevuld met een achtergestelde lening van 976.000 euro van Egis. In het verslag wordt dan ook expliciet gesteld dat “ondersteuning door de overheid noodzakelijk blijft om crisis na crisis het hoofd te bieden.”
Volgens Dewulf is het negatief eigen vermogen een signaal van gebrekkige solvabiliteit. “Een kapitaalsverhoging door de aandeelhouder is noodzakelijk,” stelt hij. “Zonder structurele verhoging van de omzet of verlaging van de kosten blijft het voortbestaan van de luchthaven afhankelijk van externe partijen.”
Weinig vernieuwing, weinig toekomstvisie
De Vlaamse overheid had gehoopt dat Egis een proactiever investeringsbeleid zou voeren, maar volgens Dewulf is daar weinig van te merken. “Behalve de komst van TUI is er in al die jaren amper iets gebeurd. Er zijn nauwelijks nieuwe activa opgebouwd, terwijl de cashreserves blijven afnemen.”
Om de situatie te keren, stelt Dewulf enkele maatregelen voor: “De landingsrechten voor privéjets — momenteel zo’n 60 euro per landing — zouden bijvoorbeeld verhoogd kunnen worden naar 600 euro. Ook de bouw van infrastructuur voor luchttaxi’s, zoals kantoorruimtes, kan nieuwe inkomsten genereren. Dat segment is in opkomst en er wordt nog gezocht naar geschikte locaties.”
Geen transparantie, geen commentaar
Opvallend is dat er dit jaar geen verslag werd toegevoegd van de Algemene Vergadering of van de bedrijfsrevisor, wat normaal gezien wel vereist is. Volgens een bron dichtbij het dossier zou de revisor mogelijk geweigerd hebben de cijfers goed te keuren, wellicht vanwege een oud juridisch geschil tussen de luchthaven en de Vlaamse overheid over subsidies.
De luchthaven zelf, de revisor en de Nationale Bank van België waren woensdag niet bereikbaar voor commentaar. Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) kondigde aan pas na haar verlof te zullen reageren.