Het CAVV, een onafhankelijk juridisch adviesorgaan van de regering, schetst in een adviesrapport over deze kwestie de omvang van dit mandaat en biedt een reeks diplomatieke, politieke en economische maatregelen die de regering in dergelijke gevallen kan nemen. Het rapport gaat niet in op een specifiek geval van mogelijk of dreigend genocide, maar het is duidelijk dat het bedoeld is als richtlijn voor het Nederlandse standpunt ten aanzien van de acties van Israël in Gaza.
Alle 153 staten die het Genocideverdrag van 1948 hebben geratificeerd, hebben een verplichting om zich tot het uiterste in te spannen om een dreigende genocide te voorkomen, ook al is deze nog niet juridisch vastgesteld. In het geval van Gaza en Israël geldt deze verplichting nog sterker voor Nederland, juist vanwege de traditioneel nauwe banden met Israël, zoals kan worden afgeleid uit het CAVV-rapport.
De voorlopige uitspraak van het Internationaal Gerechtshof is voldoende. Daarin stelde het Hof dat er op zijn minst sprake was van een dreigende genocide in Gaza. Daarom moeten de ondertekenaars van het Genocideverdrag ook actie ondernemen als genocide nog niet wettelijk is vastgesteld.
Een van de verplichtingen is dat landen alles in het werk moeten stellen om genocide in een ander land te voorkomen. Als ze dat niet doen, kunnen ze aansprakelijk worden gesteld voor het niet nakomen van deze preventieverplichting.
Vorige week besloot Veldkamp een inreisverbod op te leggen aan twee extremistische Israëlische ministers en de Israëlische ambassadeur op het matje te roepen.
De CAVV noemt ook maatregelen die “onaangenaam maar niet onwettig” zijn: het invoeren of aanscherpen van visumvereisten, het intrekken van overvliegrechten, het opschorten van overheidscontracten, inreisbeperkingen, wapenembargo's, het ontmoedigen van investeringen of het opschorten van een verdrag. Ten slotte zijn ook tegenmaatregelen mogelijk die op zichzelf onwettig zijn, maar niet in omstandigheden waarin een ernstig risico op genocide bestaat: het niet nakomen van verdragsverplichtingen of het bevriezen van tegoeden.
“Ten slotte benadrukt de CAVV het belang van consistentie. Staten moeten zich in vergelijkbare situaties op vergelijkbare wijze uitspreken en handelen.” Ook hier is de boodschap impliciet: in geval van (dreiging van) genocide moet Israël op dezelfde manier worden behandeld als andere landen.
“Het kabinet bestudeert het adviesrapport, bereidt een inhoudelijke reactie voor en zal deze naar de Tweede Kamer sturen”, aldus een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.