Mensen noemen het een goddelijke interventie.
Een Libische man, Amer Al-Mansour Gaddafi, zou onlangs samen met tientallen pelgrims aan boord gaan van een vlucht naar Saoedi-Arabië voor de hadj.
Maar op het laatste moment werd hij tegengehouden door het immigratiepersoneel op de internationale luchthaven van Sebha, gelegen in het centrum van Libië. Zijn achternaam, Gaddafi, bleek te zijn gemarkeerd, waarschijnlijk omdat deze leek op de naam van de afgezette Libische leider Muammar Gaddafi.
Ondanks zijn aanhoudende smeekbeden vertrok het vliegtuig zonder hem.
Terwijl familieleden en luchthavenpersoneel hem aanspoorden om te vertrekken en de situatie te accepteren, bleef hij achter.
Gaddafi zei: “Ik ga hier niet weg, tenzij het naar de hadj is”, aldus Gulf News.
Het lot grijpt in
Kort na het vertrek van het vliegtuig greep het lot in.
Volgens lokale media moest het vliegtuig terugkeren naar de luchthaven vanwege een technisch defect aan het airconditioningsysteem.
Toen het vliegtuig landde, probeerde het personeel van de luchtvaartmaatschappij het instappen van Gaddafi te vergemakkelijken door de piloot te vragen de deur te openen.
De piloot weigerde dit echter, omdat de motoren nog draaiden en dit logistieke problemen zou opleveren.
'Ik vlieg niet zonder hem'
Door een onverwachte wending kreeg het vliegtuig te maken met een tweede storing, waardoor het opnieuw noodgedwongen moest terugkeren.
Daarop kondigde de gezagvoerder van de vlucht aan:
“Ik zweer dat ik niet meer vlieg tenzij Amer met ons mee is in dit vliegtuig”, meldde Arynews.
Onder luid gejuich en applaus van medepassagiers mocht hij uiteindelijk aan boord gaan, een moment dat op video werd vastgelegd en op grote schaal werd gedeeld op sociale mediaplatforms.
“Ik wilde alleen maar op hadj gaan”, zei Amer later in de lokale media.
“En ik geloofde dat als het voor mij was weggelegd, geen enkele kracht dat kon verhinderen.”
Elk jaar ondernemen duizenden moslims de hadj-bedevaart.
De hadj is een verplichte religieuze taak voor moslims die minstens één keer in hun leven moet worden vervuld door degenen die fysiek en financieel in staat zijn om de reis te ondernemen.
Moslims geloven dat de heilige reis een oproep van God is voor de uitverkorenen.