Een aardverschuiving: wat AI met zich meebrengt, zal niet business as usual zijn
Een aardverschuiving: wat AI met zich meebrengt, zal niet business as usual zijnDe snelle groei van kunstmatige intelligentie zal leiden tot ingrijpende sociaaleconomische veranderingen. En de eerste golf heeft de mensheid al getroffen.
Beelden van drones worden geprojecteerd op een muur in de Hofburg, het voormalige keizerlijke paleis in Wenen, Oostenrijk, op 29 april 2024. / Reuters
7 uur geleden

Kunstmatige intelligentie heeft een drempel overschreden. Wat tot voor kort nog grotendeels een academische bezigheid was of een backend-verbetering van bedrijfssoftware, verandert nu de manier waarop bedrijven werken, hoe professionals werken en hoe hele sectoren denken over productiviteit.

Van het genereren van code tot interactie met klanten: AI-systemen worden niet geïntegreerd als hulpmiddelen, maar als actieve factoren in besluitvorming en het creëren van output.

Dit is meer dan een sprong voorwaarts in de informatica. Het luidt de komst in van een nieuwe economische architectuur.

De laatste keer dat we iets vergelijkbaars zagen, was met de komst van het internet, en daarvoor met de opkomst van elektrificatie en industriële machines.

Elk van die momenten bracht niet alleen technologische veranderingen met zich mee, maar ook ingrijpende transformaties op het gebied van arbeid, kapitaal en sociale organisatie.

De tekenen zijn duidelijk. We staan aan het begin van een nieuwe dergelijke verschuiving. Voorspellen of AI het zal ‘overnemen’ en een existentieel risico zal vormen, is misschien ondergeschikt aan de echte kwestie.

De meer urgente kwestie is het soort economische en sociale transformatie dat deze nieuwe golf van intelligentie met zich mee zal brengen. En hoe kunnen we de eerste contouren van die verandering identificeren?

Maatschappelijke implicaties van AI

Technologische revoluties vervangen niet alleen gereedschappen, ze herschikken ook systemen.

De industriële revolutie ging verder dan alleen het versnellen van de productie. Ze herdefinieerde het concept van werk, zette de agrarische economieën op hun kop en concentreerde arbeid in steden. Elektrificatie maakte nieuwe organisatievormen mogelijk, van lopende banden tot 24-uursbedrijven.

De opkomst van het internet heeft de wereldhandel hervormd en de manier waarop informatie wordt verspreid veranderd.

Wat deze verschuivingen gemeen hadden, was niet alleen de invoering van een nieuwe technologie, maar ook de gevolgen daarvan, zoals productiviteitswinst die kapitaal bevoordeelde ten opzichte van arbeid, de opkomst van nieuwe klassen van winnaars en verliezers, en een periode van institutionele spanningen terwijl de samenleving zich aanpaste aan de nieuwe realiteit.

AI past in deze traditie. De economische impact van AI is niet langer hypothetisch.

Deze impact is al zichtbaar in bedrijfsrapporten, durfkapitaalstromen en studies over productiviteit.

In sectoren zoals softwareontwikkeling, juridische dienstverlening en klantenservice versnelt AI de productie zonder dat het personeelsbestand evenredig toeneemt. De eerste automatiseringsgolf was gericht op routinematig en fysiek werk. Deze golf verandert de economie van hooggeschoolde arbeid.

Een belangrijke verschuiving ligt in de marginale kosten van intelligentie. Taken die vroeger menselijk redeneervermogen vereisten – zoals het samenvatten van rapporten, het opstellen van juridische memo's en het schrijven van code – worden nu op grote schaal, onmiddellijk en tegen minimale kosten uitgevoerd.

Dit verandert de inputstructuur van hele bedrijfsfuncties. De vervanging van arbeid door software is niet nieuw, maar de vervanging van oordeelsvermogen, taal en zelfs strategie markeert een nieuwe fase.

Bovendien lijkt deze trend zich te versterken, met tech-optimisten zoals Sam Altman, CEO van OpenAI, die voorspellen dat de kosten van ‘intelligentie’ bijna nul zullen worden.

Het investeringsgedrag past zich hieraan aan.

Kapitaal stroomt naar AI-native startups met opvallend kleine teams, waardoor het groeimodel met veel personeel dat kenmerkend was voor de vorige generatie techbedrijven, onder druk komt te staan.

Gevestigde bedrijven haasten zich ondertussen om AI in bestaande workflows te integreren om relevant te blijven nu de basis van concurrentie verschuift.

In dit stadium is het duidelijk dat AI niet alleen een productiviteitstool is. Het begint te veranderen hoe waarde wordt gecreëerd, wie deze waarde vergaart en op welke schaal.

Elke grote technologische golf zorgt voor een herconfiguratie van de arbeidsmarkt, maar AI doet dit op onbekende manieren. In tegenstelling tot eerdere tools die voornamelijk repetitief of handmatig werk vervingen, reikt AI tot in het domein van ‘intelligentie’ en gebieden die voorheen werden beschouwd als afgeschermd door opleiding of specialisatie.

De eerste tekenen wijzen op een tweedeling. Sommige functies zullen wellicht overbodig worden, terwijl andere juist productiever worden door uitbreiding.

Dit sluit aan bij het standpunt van Jensen Huang, CEO van Nvidia, dat “sommige banen zullen verdwijnen, andere zullen worden gecreëerd, maar dat elke baan zal worden beïnvloed”.

Klantenserviceteams die gebruikmaken van AI kunnen met minder personeel meer werk verzetten. Advocaten en analisten kunnen taken die vroeger dagen in beslag namen nu binnen enkele uren voltooien.

Maar deze productiviteit is niet gelijkmatig verdeeld. Werknemers die begrijpen hoe ze AI effectief kunnen inzetten, zien hun invloed toenemen; degenen die dat niet doen, lopen het risico buitenspel te komen staan.

Dit leidt tot een meer gepolariseerde arbeidsmarkt. De vraag naar AI-vaardige professionals die domeinexpertise combineren met het vermogen om machine-intelligentie te integreren en te sturen, zal waarschijnlijk toenemen.

Ondertussen staan middenkaderfuncties die sterk afhankelijk zijn van processen en herhaling onder druk. Het resultaat is geen massale werkloosheid, maar een herschikking van de manier waarop beloningen worden toegekend.

De uitdaging voor instellingen is meer dan alleen omscholing.

Traditionele onderwijscycli zijn te traag om hierop in te spelen. Leren op de werkplek, bootcamps en particuliere certificeringsplatforms gaan sneller, maar brengen het risico met zich mee dat de ongelijkheid tussen degenen die toegang hebben tot snelle vaardigheidsverwerving en degenen die dat niet hebben, wordt vergroot.

Institutionele en sociale hervormingen

Technologische veranderingen zetten instellingen altijd onder druk. AI doet dit in een tempo en op een schaal die een uitdaging vormen voor het reactievermogen van onderwijssystemen, regelgevingskaders en sociale vangnetten.

Het resultaat is een groeiende kloof tussen de snelheid waarmee capaciteiten zich ontwikkelen en de traagheid waarmee structuren zich aanpassen.

Onderwijs is het meest zichtbare drukpunt. Traditionele modellen met vierjarige opleidingen, gestandaardiseerde curricula en trage accreditatie sluiten steeds minder aan bij de behoeften van een door AI doordrenkte economie.

Vaardigheden raken sneller verouderd dan instellingen ze kunnen aanleren. De geloofwaardigheid van alternatieve diploma's neemt toe, maar zonder duidelijke normen wordt de arbeidsmarkt moeilijker te doorgronden voor zowel werkgevers als werknemers.

Inkomensverdeling is een andere breuklijn. AI heeft de neiging om de output van degenen die al goed gepositioneerd zijn, zoals ondernemers, technisch talent en kenniswerkers in snelgroeiende sectoren, te versterken.

Tegelijkertijd vermindert het de waarde van algemene arbeid. Zonder ingrijpen zou deze dynamiek de ongelijkheid niet alleen binnen landen kunnen vergroten, maar ook tussen stedelijke en landelijke gebieden, en tussen bedrijven die kunnen investeren in AI en bedrijven die achterblijven.

Dergelijke verwachtingen hebben de belangstelling gewekt voor ideeën zoals een universeel basisinkomen.

Deze onevenwichtigheid wordt nog versterkt door de materiële vereisten van AI zelf. In tegenstelling tot eerdere softwarerevoluties, waarvoor niet veel meer nodig was dan bandbreedte en talent, is deze golf gunstig voor kapitaalkrachtige omgevingen.

De infrastructuur die nodig is voor AI, zoals krachtige computerclusters, toegang tot eigen datasets en betrouwbare energie op grote schaal, zorgt ervoor dat het speelveld in het voordeel is van reeds dominante bedrijven en landen.

Deze concentratie kan het democratiserende potentieel van de technologie beperken, tenzij er tegenwichten ontstaan.

Wat te verwachten

De invoering van AI gaat steeds sneller, maar de tweede-orde-effecten op beleid, bedrijfsgedrag en sociale structuren beginnen nu pas zichtbaar te worden. Verschillende breuklijnen zullen bepalend zijn voor de verdere ontwikkeling.

Op het gebied van beleid zijn regeringen nog steeds aan het zoeken naar hun positie. De regelgeving is vooral gericht op veiligheid en desinformatie, maar een andere urgente kwestie is wellicht van economische aard, namelijk hoe de arbeidsbescherming en strategieën voor overheidsinvesteringen moeten worden aangepast aan een wereld waarin intelligentie onafhankelijk van het aantal werknemers toeneemt.

Het is van cruciaal belang om te letten op vroege signalen op het gebied van arbeidsbeleid, onderwijsfinanciering en de vraag of AI-infrastructuur als een publiek goed wordt behandeld of volledig aan de particuliere sector wordt overgelaten.

Wat betreft de publieke opinie is de ontvangst van AI tot nu toe gekenmerkt door nieuwsgierigheid en voorzichtig optimisme.

Maar dat kan snel veranderen. Als blijkt dat de technologie onevenredig veel voordeel oplevert voor de elite, of als er steeds meer verstoringen optreden zonder dat er duidelijke voordelen zijn voor de bredere bevolking, kunnen we politieke en culturele weerstand verwachten.

De vraag is niet langer of AI de economie zal veranderen. Die drempel is al overschreden.

De relevantere vraag is hoe breed en ongelijk die verandering zal zijn en of instellingen, bedrijven en individuen bereid zijn zich in het vereiste tempo aan te passen.

Elke grote technologische verschuiving brengt een periode van onzekerheid met zich mee. Maar het brengt ook keuzevrijheid met zich mee.

De uitkomst van deze transitie staat nog niet vast.

De keuzes die nu worden gemaakt op het gebied van onderwijs, infrastructuur, arbeidsbeleid en corporate governance zullen bepalen of AI de kloof vergroot of juist verkleint.

Neem een ​​kijkje bij TRT Global. Deel uw feedback!
Contact us